Sandra Bekkari is op TV. Ze heeft een fleurig, perfect passend hemdje
aan, onder haar jeans beeld ik me hooggehakte pumps in en haar haar ligt in een
perfect krul op haar schouders. Ze kookt
schijnbaar smakelijke gerechten die nog gezond blijken ook! En ik kan niet anders dan me slecht
voelen. Koken (of poetsen) doe ik
meestal de dinsdagochtend in mijn pyjama, mijn haar in een slordige dot, onder
mijn ogen nog ochtendblauw en op kousen gebreid door mémé. De maaltijden die ik probeer voor te bereiden
voor de week zijn over het algemeen wel smakelijk, maar niet zo’n plaatje om naar te
kijken en ook niet perfect gezond. Doorgaans voel ik dit niet aan als een tekortkoming, want mijn kinderen krijgen
toch elke dag een plusminus gebalanceerde hap op hun bord (behalve in het
weekend, dan grijp ik snel naar frietjes of pizza). Enkel bij het zien van Sandra Bekkari of haar
collega’s perfecte huisvrouwen sluipt het schuldgevoel binnen.
Waarom moeten de vrouwen altijd
perfect gekapt op het scherm komen, in strakke jeansbroeken met platte
buiken? Waarom mag Jeroen Meus wél een
buikje én zakken onder zijn ogen hebben als hij drie lepels boter in zijn saus
gebruikt? Omdat hij een man is? Schiet dat nog van het feminisme over? Dat we een kookprogramma mogen hebben als
vrouw, maar dan wel gezond én met sterke bilspieren? Niet dat vrouwen niet mooi of gezond mogen
zijn, maar een beetje lager criterium zou ik wel kunnen smaken. Alhoewel, de 'dinsdagochtendstandaard' moet nu
ook niet, dat is misschien een beetje te laag.
Dus: als je eens een voorbeeld van een niet perfecte huisvrouw wil zien,
altijd welkom voor een koffie en een babbel, want dat is waar het volgens mij
om draait!